Gedichten  van  LEONEL  LIENLAF
vertaald door Fa Claes


Leonel Lienlaf werd in 1969 in Alepue (Chilil) geboren. Hij behoort tot de nieuwe generatie Chileense dichters die zowel in het Spaans als in het Mapudungun schrijven. Aan de katholieke universiteit van Chili te Villarrica studeerde hij tweetalig pedagogie. Bekend zijn van hem Se ha despertado el ave de mi corazón (Premio Municipal de Santiago, 1990), Canto y poesía mapuche (compact disc, 1995, drietalige uitgave), Kütralwe (tweetalige uitgave Mapuche-Spaans, alleen in bloemlezingen), Quinquén: tierra del fuego (literaire gids voor video, 1998) en Palabras soñadas (LOM ediciones, 2004). Eén van zijn laatste projecten bestaat in het scheppen en uitvoeren van literaire modules met de nadruk op de Mapuche-poëzie. De projecten zijn hoofdzakelijk bedoeld voor leerkrachten in het basisonderwijs.




PASOS SOBRE TU ROSTRO


Madre, sobre tu rostro, con un
traje desconocido
apareció el murmullo del agua.
Todos los recuerdos presentes
envolvían ese sonido
y algo me miró.
Yo era un tronco formado
por miles de caras
que salían de tu rostro.
Por el tronco caminé a través
de cientos de generaciones
sufriendo, riendo,
y vi una cruz que me cortaba
la cabeza
y vi una espada que me bendecía
antes de mi muerte.
Soy el tronco, madre,
el que arde
en el fuego de nuestra ruka.







LE SACARON LA PIEL


Tres veces vino el malón
tres veces lo rechazamos
pero ahora viene otra vez
y no podemos luchar
El winka está disparando

Escondámonos debajo de la montaña
y que se vaya nuestro espíritu
a dormir sobre la tierra
y que sobre las estrellas
se duerma todo este campo

Cuando recién descansaba mi mano
muchas armas nos rodearon
tomando a nuestro Cacique
mientras a nosotros nos golpeaban

Le sacaron la piel de la espalda
y cortaron su cabeza
a nuestro valiente Cacique
y la piel de su espalda
la usaron de bandera
y su cabeza
me la amarraron a la cintura

Vamos llorando y nuestra sangre
riega la tierra
De rato en rato bajo la mirada
a la cabeza que llevo en la cintura
y me parece que ya va a hablar
pero continúa en silencio







BAJAN GRITANDO


Bajan gritando ellos
sobre los campos
silbando por los esteros
Corro a ver a mi gente
a mi sangre
pero ya están tendidos
sobre el suelo
Sobre ellos pasan los huincas
hiriendo de muerte la tierra
dividiendo mi corazón

Entré en busca de mi calor
a mi casa ardiendo
Brotó el estero de mis lágrimas
lloviendo sobre mis pies

¿Ustedes entienden mis lágrimas?
Escuchen al aire explicarlas

Están pasando los años
están pasando los nidos
sobre el fuego
está pasando la tierra
y ya me estoy perdiendo
entre las palabras
Escuchen hablar a mis lágrimas







EL SUEÑO DE MAÑKEAN


Hace muchos pasos atrás
(cuando estos años aún no se
soñaban)
bajaron mis pies en un segundo.
Bajaron un día
con el suave canto de la brisa
a buscar el beso de la piedra.
Cerca de la madre de las aguas
me miró la piedra en flor
y en el choque incesante de las olas
me abrazó su espíritu.
Acaricié entonces mi corazón
y encendí con fuego mi camino
para vigilar el sueño del sol
y el baile de las estrellas.
Mi risa es el sol del mediodía,
mis lágrimas las vertientes,
mi dormir es el descanso del amor
y mi despertar la vida de los peces.
Es así mi existir,
es así mi palabra,
y las aguas me continúan
cantando.


       De: Se ha despertado el ave de mi corazón




PEWMA DUNGU


konan tachi ulkantun pewmamu
düngunpewmamu
chonkitunmew kachill kütral
Wekun ta kürrüf
pürulmekefi mawida


Me adentro
en estos cantos de sueños
dormitando cerca del fuego
mientras afuera
el viento
hace bailar las montañas







CHONKITUN


dewma
chongnagtuy kütral
chuchuy
chai llümllüm mekey wanglen wenu mapu

Umagnagain nga
wüle
wüño waichüfkïnoway antu
kaley nütram
liwenmew


Es hora
en que el fuego comienza a dormitar
abuela
y el camino del cielo
me trae tu voz
desde las sombras

Es hora de dormir
me dices
mañana otros pasos andaremos
porque otras son
las palabras en el día


       De: Palabras soñadas

STAPPEN OVER JE GELAAT


Moeder, over je gelaat verscheen
het gemurmel van water
in een ongekende dracht.
Alle tegenwoordige herinneringen
omhulden dat geluid
en iets keek me aan.
Ik was een boomstam gevormd
door duizenden gezichten
die uit je gelaat kwamen.
Door de boomstam ging ik doorheen
honderden generaties
lijdend, lachend,
en ik zag een kruis dat me het hoofd
afsneed
en ik zag een zwaard dat me zegende
vóór mijn dood.
Ik ben de boomstam, moeder,
degene die brandt
in het vuur van onze ruka. *







ZE NAMEN ZIJN HUID


Drie keer kwam de gangster
drie keer verjoegen we hem
maar nu komt hij nog een keer
en wij kunnen niet vechten
De blanke is aan het schieten

We verborgen ons onder de berg
en dat onze geest mag gaan
slapen op de aarde
en dat boven de sterren
heel dit veld mag inslapen

Toen mijn hand onlangs rustte
omgaven ons veel wapens
en ze grepen onze Cacique * *
terwijl ze ons sloegen

Ze trokken de huid van zijn rug
en sneden het hoofd af
van onze dappere Cacique
en de huid van zijn rug
gebruikten ze als vlag
en zijn hoofd
bonden ze vast aan mijn gordel

We lopen te huilen en ons bloed
bevloeit de aarde
Van tijd tot tijd kijk ik omlaag
naar het hoofd dat ik aan mijn gordel meevoer
en het lijkt me dat het nog gaat spreken
maar het gaat voort in stilte







AL SCHREEUWEND DALEN ZE AF


Ze komen al schreeuwend af
over de velden
al fluitend langs de waterpoelen
Ik loop om naar mijn volk te kijken
naar mijn bloed
maar zij liggen al uitgestrekt
op de grond
Over hen gaan de blanken voorbij
die de aarde dodelijk aan het verwonden
die mijn hart aan het splijten zijn

Op zoek naar mijn warmte ging ik
mijn brandende huis binnen
Een tranenpoel welde op
die regende op mijn voeten

Verstaat u mijn tranen?
Luistert u naar de lucht die ze u verklaart

De jaren zijn aan het voorbijgaan
de nesten zijn aan het voorbijgaan
over het vuur
is de aarde aan het voorbijgaan
en reeds ben ik verloren aan het lopen
tussen de woorden
Luistert u naar het spreken van mijn tranen







DE DROOM VAN MAÑKEAN


Sinds veel passen naar achteren
(toen je deze jaren zelfs niet
droomde)
gingen mijn voeten in een seconde naar beneden.
Op een dag gingen ze naar beneden
op de zachte zang van de bries
om de kus van de steen te zoeken.
Dicht bij de moeder van het water
bekeek mij de bloeiende steen
en in de gestage schok van de golven
omarmde zijn geest mij.
Toen streelde ik mijn hart
en ontstak met vuur mijn weg
om de droom van de zon en de dans
van de sterren te bewaken
Mijn lach is de zon van de middag,
mijn tranen de hellingen,
mijn slaap is de rust van de liefde
en mijn ontwaken het leven van de vissen.
Zo is mijn bestaan,
zo is mijn spraak,
en zingend duurt het water
mij voort.

















Ik ga binnen
in deze zangen van dromen
aan het sluimeren bij het vuur
terwijl buiten
de wind
de bergen laat dansen






















Het is de tijd
waarin het vuur begint te soezen
grootmoeder
en de weg naar de hemel
brengt me je stem
vanuit de schaduwen

Het is tijd om te slapen
zeg je me
morgen zetten we andere passen
want anders zijn ze,
de woorden tijdens de dag



*
De ruka is een houten hut, woning, met een rieten dak.

* *
De cacique is de hoofdman, het stamhoofd.




Terug naar Index